Pieter van Zijl: Museumplein, boost voor de stad (Postuum)
Het begon met het Rijks Museum, ruim 12 jaar later verlaat Pieter, projectleider Vernieuwing Museumplein, het plein weer via de Lairessestraat. Of toch niet?
(bron: intranet gemeente Amsterdam, auteur Ethel van Kesteren)
Pieter, “In 2005 werd ik gebeld door stadsdeel Oud Zuid, ze hadden een projectleider nodig om het project Rijksmuseum te begeleiden. Ik dacht, ‘leuk!’, zo’n project doe je maar één keer in je leven. De start was wel pittig, het gevecht over de fietstunnel had zijn sporen nagelaten. Maar het lukte mij om een goed projectteam bij elkaar te krijgen, er weer echt een project van te maken en het met de Rijksgebouwendienst weer op de rit te krijgen. De bouwaanvraag zelf bestond alleen al uit meer dan 1200 tekeningen! Soms waren er enorme struggles, zoals de aanbesteding die mislukte en verschillende rechtzaken. We hebben samen met het Rijksmusem en de Rijksgebouwendienst steeds gezocht naar de beste oplossing. En dat is gelukt, zonder ruzie! Zonder de enorme betrokkenheid van onze eigen mensen was dit nooit goed gegaan.”
Rijksmuseum
“Ik vind het Rijks fantastisch, er zitten zoveel verschillende aspecten aan het gebouw. Het is een monument, maar ook een museum waar je exposities wilt laten zien. En dat conflicteert met elkaar. Het was aan de gemeente wat voorrang had. De keuze wisselde per onderwerp waarbij je probeert het monument te behouden én het museum tegemoet te komen. Ik heb als aanspreekpunt vaak bemiddeld en gezocht naar een oplossing die recht deed aan alle belangen. Zo was het Franse bureau Wilmotte dat de interieurs heeft ontworpen, erg gecharmeerd van de chocolate dip, alles heel donkerbruin schilderen waardoor met goed licht de schilderijen mooi naar voren komen. Tegelijkertijd verdwijnen daardoor alle monumentale ornamenten. Uiteindelijk is de chocolate dip beperkt toegepast. De muren bruin, de plafonds wit en de gewelven van bakstenen in de kelders eerst gestuct en daarna bruin geschilderd.”
Hachelijke momenten & geheimen
“Er waren twee hachelijk momenten tijdens de verbouwing. Het museum is bijna afgefikt. De doeken met olie, waarmee het eikenhouten parket werd ingewreven, zijn in een plastic zak gestopt, in één van de torens gelegd en gaan smeulen. Het was net voor het instellen van de blusinstallatie. Gelukkig is het vuur vanzelf gedoofd, maar de rook zat door het hele gebouw. De luchtbehandelingsinstallatie werkte namelijk wel. Een groot deel van het gebouw moest worden schoongemaakt. Een ander moment dat het bijna mis ging, was dat de vloer van onderwaterbeton, die op min acht was aangelegd, omhoog kwam toen het water was weggepompt. Om de vloer op zijn plek te houden, heeft de aannemer ’s nachts 80.000 liter water in tonnen op de vloer moeten zetten. Toen het gebouw klaar was en het Rijks er introk, waren wij nog bezig met het inrichten van de openbare ruimte. In je planning moet je dan rekening houden met de aanrijroutes van de kunst, die bovendien geheim moeten blijven vanwege de enorme waarde van de schilderijen.”
Van Gogh en Obama
“Vervolgens schoof ik met mijn projectteam door naar de vernieuwing rond het Van Gogh. Ik begeleidde het hele vergunningentraject en daarna weer de aanleg van de openbare ruimte. Het Van Gogh is geen monument, dus dat was simpel. De komst van Obama niet. Twee dagen voordat Obama met zijn helikopter op het Museumplein zou landen, kregen we een dienstopdracht van de Amerikanen, ‘Onttakel de hele bouwplaats.’. En natuurlijk moest de reden geheim blijven. De aannemer had geen idee waarom. Bovendien moesten vanwege mogelijke trillingen van de helikopters alle schilderijen van de muur in het Van Gogh. Uiteindelijk is de hele bouwplaats op het museumplein afgeschermd met een containermuur. Binnen een dag.”
Van wie is het Museumplein?
“Als laatste klus is onder mijn leiding het beheerplan voor het Museumplein geschreven. Ik heb daarvoor onder andere het aantal bezoekers van het plein geïnventariseerd. Dat aantal is explosief toegenomen. Het Rijksmuseum was berekend op 1,5 miljoen bezoekers per jaar, het zijn er 2,4 miljoen geworden. Het Van Gogh heeft er 2 miljoen, maar is in een continue wedloop met het Rijks. En wat denk je van de Albert Heijn op het plein? 1 miljoen bezoekers per jaar. En dan hebben we nog het Concertgebouw met 700.000 en het Stedelijk met 1,4 miljoen bezoekers. Voor een goed functionerend plein, ook in de toekomst, is het belangrijk om te weten van wie het plein is. Van de Amsterdammers? Of is het plein gekaapt door de toeristen? Zijn het de vaste bezoekers of de bezoekers van alle festiviteiten? Daar wordt nu over nagedacht.”
Terug via U-bocht
“De stedelijke uitstraling versus de weidsheid van het Museumplein vind ik zelf heel mooi. Ik ben trots op het functioneren van het plein, iedereen vindt zijn weg en het is er aangenaam verblijven. Via het Concertgebouwplein en de Lairessestraat verlaat ik nu het Museumplein. Het is klaar. Alhoewel . . . , klaar is het nooit. Het Rijksmuseum is na de opening alweer voor 10 miljoen verbouwd. En ik zit binnenkort om de tafel met het Van Gogh voor een aanpassing van de openbare ruimte. De wachtrijen voor de kassa gedragen zich anders dan zij dachten. Bezoekers snappen niet wat van ze verwacht wordt. Buiten wachten op een podium, dan afslaan naar de kassa en van de kassa oversteken naar de ingang in de Kurokawa-vleugel. Samen gaan we ook hier kijken naar de beste oplossing, voor het museum èn voor Amsterdam. Bezoekersstromen reguleren met behoud van de ruimte en zichtlijnen in de openbare ruimte.”